Een bouwkaart, hoe werkt dat?
Wie werkt in de bouw, moet altijd zijn C3.2A-kaart op zak hebben, ook wel gekend als de bouwkaart. Met deze kaart gaat de RVA na hoeveel dagen in een maand je gewerkt hebt en hoeveel dagen je werkloos was.
Alles wat je wil weten over de bouwkaart
Je bouwkaart laat weten aan de RVA hoeveel dagen in een maand je gewerkt hebt en hoeveel dagen je werkloos was. Elke kaart heeft een uniek nummer, waardoor de RVA bij een fout of verlies meteen op de hoogte is. Het is dus heel belangrijk dat je je bouwkaart juist invult en er zorg voor draagt.
Hoe vul ik een bouwkaart in?
Hou je kaart de hele maand bij je op de werf en vul ze elke werkdag juist in. Volg daarvoor de invulinstructies:
- Arbeid: kleur het vakje zwart, met onuitwisbare inkt, wanneer je aankomt op de werf en voordat je begint te werken
- Werkloos: laat het vakje blanco
- Arbeidsongeschikt: zet een Z in het vakje bij ziekte of ongeval, ook op zaterdag, zondag en op feestdagen
- Vakantie: zet een V in het vakje
- Niet-gewerkte dagen met loon: zet een A in het vakje op dagen dat je niet werkt, maar wel loon ontvangt (bv. feestdagen, inhaalrustdagen, klein verlet …)
Een kleine tip: kleur het vakje nog niet zwart wanneer je vertrekt naar de werf. Stel dat je bij aankomst merkt dat je niet kan werken door slecht weer, dan mag je die dag blanco laten.
Wat als ik mijn bouwkaart verlies?
Verwittig meteen je werkgever. In uitzonderlijke gevallen kan die bij verlies of diefstal van je bouwkaart een duplicaat aanvragen bij de RVA. Duplicaten zijn wel alleen vergoedbaar als de directeur van het werkloosheidsbureau daar toestemming voor geeft.
